Rage Against The Machine heeft twee gezichten

21/02/2000


BRUSSEL -- Enige dubbelzinnigheid is een band als Rage Against The Machine niet vreemd. Terwijl hun drie platen in de woonkamer goed zijn voor het uitroepen van de revolutie, heeft het publiek live maar één doel voor ogen: zich fysiek uitleven. Het viertal uit Los Angeles weet daar raad mee. Resultaat: anderhalf uur springen en sky-diven.

Je kunt je afvragen of een band als Rage Against The Machine wel op zijn plaats is in een zaal als Vorst Nationaal. Maar wie iets meer dan zevenduizend tickets aan de man kan brengen, mag al eens in Vorst spelen. Want dat is geen slecht resultaat voor Rage, een groep die geen doordeweekse popmuziek maakt, maar een oerrock met een bijzonder hoog testosteron-, zeg gerust machogehalte en revolterende boodschappen.

Vaak worden hun teksten afgedaan als puberaal, maar dat klopt niet helemaal en het zeer heterogene publiek van Vorst was daarvan het beste bewijs. Uiteraard waren de weerspannige twaalf- tot zestienjarigen van de partij, in overvloed zelf, wat werd bewezen door de colonne wachtende moeders na het concert. Maar daarnaast waren er ook veel twintigers en dertigers. Allemaal fans van Rage, om de meest uiteenlopende motieven.

Het is de verdienste van de groep dat ze die verscheidenheid van bij de eerste noot weet weg te borstelen. De vier groepsleden verschenen op de scène, op de achtergrond werd een doek zichtbaar met daarop de hoes van de laatste cd en het opschrift 'The Battle Of Brussels', en Testify verzorgde de start. Nooit een band geweten die Vorst zo snel in vuur en vlam zette als Rage. Aan één noot had het volk genoeg om het middenplein tot springpaleis om te vormen.

De massale reactie van het publiek is een indicatie van de dubbelzinnigheid van de band. Want Rage Against The Machine heeft twee gezichten. Op hun cd's hoort de groep thuis tussen encyclopedieën over wereldgeschiedenis en onthullende boeken over massamanipulatie en is de muziek enkel een katalysator voor een extra dosis recalcitrantie. Live daarentegen primeert de muziek, zijn de teksten van geen belang en wil iedere fan in de eerste plaats uit zijn dak gaan.

De groep zelf houdt daarmee soms te weinig rekening. Als vanouds zweeg frontman Zack De La Rocha tussen de nummers. Hij vergat daarbij dat de songs live veel minder voor zichzelf spreken dan op plaat en zo vielen gapende en vervelende stiltes. Voor het overige reeg de groep wereldsongs zoals Guerrilla Radio, Bombtrack en Know Your Enemy aan elkaar, het publiek antwoordde met de bijpassende inzet.

Rage is één van de best geoliede machines in de muziekbusiness, echte warmte gaat ervan evenwel niet uit. Op het podium gunnen de vier elkaar niet één blik, het zijn dan ook geen vrienden, veeleer bondgenoten, bij elkaar gehouden door dezelfde missie: het prediken van de revolutie. Het verklaart alvast hun gedrevenheid.

Voor de bisnummers hadden de vier missionarissen uit Los Angeles onder andere nog een versie van Freedom, een politieke boodschap tegen de Amerikaanse overheid en uiteraard hun eerste en grootste succes Killing In The Name in petto, waarbij zoals gebruikelijk Zack De La Rocha zijn publiek trakteerde op zijn uitgestoken middenvinger. Terwijl ze Fuck You, I Won't Do What You Tell Me schreeuwden, riposteerden alle volgelingen in dezelfde zin.

Koen Depuydt

Terug