Dylan net niet op een wolk

Vorst Nationaal goed gevuld voor bard uit Duluth  04/10/2000


BRUSSEL -- Bob Dylan en zijn vierkoppige band stónden er in een goed gevuld Vorst Nationaal. De opkomst was een tikkeltje minder dan verwacht en verhoopt, maar het concert was goed. De bard uit Duluth heeft, om hemzelf te parafraseren, de architectuur van zijn live-act op dit ogenblik onder de knie.

Bob Dylan opent zijn concerten dezer dagen met een gospel of traditional. Maandagavond koos hij het meeslepende sheriff-en-gangsterlied ,,Duncan and Brady''. Driestemmig galmde het refrein door de arena: ,,He's been on the job too long!''

Bij elke passage van het vers doorbrak Dylan de harmonie met zijn meezingende gitaristen Larry Campbell en Charlie Sexton. De woorden ,,too long'' kregen daardoor een extra, theatrale klemtoon. De cynici, altijd op het appel om zo'n regel op de zanger zelf te betrekken, werd zo het gras voor de voeten gemaaid.

Tijdens het eerste, akoestische deel tastte hij verder, in opperste concentratie, een aantal van zijn klassieke songs af, als ,,To Ramona, It's allright Ma, I'm only bleeding, Don't Think Twice'', zonder dat hun geheimen te doorgronden leken.

,,Country Pie'' (uit Nashville Skyline) was in die omstandigheden uitermate geschikt om de brug naar het elektrische gedeelte te slaan: een onbetekenende countryblues waarbij niets op het spel staat, een voorwendsel om lustig te jammen, om kwinkslagen aan muzikanten en publiek uit te delen.

Even was de magie dichtbij, bij ,,Standing in the doorway'' uit Time out of Mind, dat bijna een free-jazzbehandeling meekreeg. Maar de speelse, experimentele gitaarcapriolen van Bob Dylan bleken niet te volstaan om hem op een wolk te hijsen.

Symptomatisch was dat hij een meestamper als ,,Tombstone Blues'' nodig had om zichzelf op te zwepen, op een ogenblik in de set waarop hij in de voorafgaande concerten ,,Dignity'' aankon: een nummer dat hij alleen aanraakt als hij al op die wolk zit.

De elektriciteit versnelde de dooi. In de hoofdset leverde dat nog een snedig, volledig omgeturnd ,,Cold Irons Bound'' op, inclusief afro-ritme.

In de uitvoerige bisronde kreeg het publiek alsnog een Dylan die zijn hoogste niveau benaderde. De met ironie overgoten weltschmertz van zijn jongste creatie ,,Things have changed'' was nodig om een aanstekelijke cocktail van kracht, luciditeit en sensualiteit te serveren. Maar de pure jazz van het obscure en hilarische ,,If dogs run free'' woei niettemin over de ruggen heen.

Geen medelijden: dit onheil heeft de artiest over zichzelf afgeroepen. De harde kern van fans, die bij dat soort krankzinnige uitvoeringen vanop de eerste rijen doorgaans de rest op sleeptouw neemt, is zwaar beledigd. De bvba Dylan heeft namelijk sinds kort iemand in dienst die naar willekeur beslist wie er op de eerste rijen kan in een afgesloten ruimte voor het podium. Moet hij dus ook niet komen klagen dat die mensen zijn grappen niet snappen.

Vorst 2000 had dan wel geen enkele uitvoering met een onvergelijkbare zeggingskracht in petto, toch heeft Dylan nog een troefkaart op tafel gelegd. Nadat de laatste bis, een gospelachtig ,,Blowing in the wind'', was uitgeblazen, bleef de ovatie minutenlang aanhouden. En hij kwam wel degelijk terug, om het publiek te groeten. Wat hij nooit ofte nimmer doet.

Tien jaar geleden, in tijden van openbare dronkenschap, had hij op zo'n moment zijn gitaar omgord en desnoods een schots en scheef zeemanslied gelald. Nu is hij echter de gevangene van de architectuur van een setlist.

Nico Baert

Terug